Ander gedrag inzetten

“Als het niet lekker loopt tussen jou en een klant, kan dat ook iets zeggen over jouw eigen behoeften” zegt Heleen van den Houten.

schedule 24 okt 2017
create Lianne Nap

“Als het niet lekker loopt tussen jou en een klant, kan dat ook iets zeggen over jouw eigen behoeften” zegt Heleen van den Houten. “Als je eigenaar wordt van je eigen leerproces, kun je er voor kiezen per situatie ander gedrag inzetten, waardoor je je functie als tolk nóg effectiever uit kunt voeren. Heleen is eigenaar van Evenwicht training en coaching en geeft samen met Lianne de nascholing ‘module B van het Ethisch Drieluik’

Vind jij tolken inspirerende mensen?

“Ik heb inmiddels vier keer module B gegeven aan tolken. Jullie beroepsgroep was nieuw voor mij. Ik vind jullie vak inspirerend omdat ik een nog onontgonnen gebied zie: ik zie tolken die met hart en ziel hun werk doen. Ik denk dat zij vaak veel meer in zich hebben dat zij in kunnen zetten in de interactie met hun klanten. Dit vanuit ieders eigenheid en talenten. Je persoonlijkheid kleurt de manier waarop je je rol invult. Het beeld dat mij daarin aanspreekt is gebaseerd op een verhaal van Toon Tellegen.”

“Om het eerlijk te houden krijgen jullie allemaal dezelfde opdracht: klim in deze boom!”

Iedere tolk is anders. Maar om als tolk je ‘eigen kleur’ te geven aan een tolkopdracht, is wel een gewaagde uitspraak….

“Ook al is er een redelijk strak kader, zoals jullie beroepsethiek, dan merk ik toch dat professionals daar meer in zouden kunnen doen dan dat ze doen. Het is belangrijk dat een tolk zich afvraagt: “Hoeveel regie heb ik in deze tolksituatie?” Als je bijvoorbeeld een training zou tolken en je merkt dat de trainer niet voldoende regie neemt in de situatie, dat kun je daar wat mee doen door de houding die je aanneemt en door de vragen die je stelt, met name in het voorgesprek. Je kunt vragen wat de verwachting is van de trainer en je kunt overleggen over de aanpak van bijvoorbeeld plaatsbepaling. Ga ervan uit dat een trainer soms ook niet weet wat je als tolk allemaal wel of niet doet. Je kunt dat overleg op verschillende manieren voeren, vanuit een samenwerkende houding waarin je uitlegt dat je samen het beste wilt kunnen bieden aan zowel de dove als de horende klant(en)”.

Je hebt het over regie nemen, invloed uitoefenen. Vind jij dat tolken zichzelf meer op de voorgrond zouden moeten zetten?

“Door de tolk wordt geregeld gezegd: “Is dat wel van mij?”. Oftewel: dat die klant mij irriteert is dat mijn verantwoordelijkheid? Maar ondertussen heeft de tolk er wel last van. Uiteindelijk hindert de irritatie indirect het werk dat hij of zij doet. Tolken zijn erg bescheiden over hun rol, in de manier waarop ze naar zichzelf kijken. Ik zie dat tolken zichzelf veel meer waarde toe zouden kunnen kennen dan ze tot nu toe doen. En ik ben ervan overtuigd dat je jezelf niet op de voorgrond hoeft te zetten om invloed uit te oefenen en de ander daarmee te helpen!”

Deze nascholing is dus bedoeld om te leren hoe je je invloed en je waarde kunt vergroten zonder jezelf te verliezen, klopt dat?

“De DISC, het persoonlijkheidsprofiel waar we mee aan de slag gaan is een instrument dat je helpt om in korte tijd inzicht te krijgen in waarom je doet wat je doet. Daardoor krijg je ook zicht op wat je nog meer kunt doen in je professionele rol, in dienst van horende en dove klanten.”

Zou jij zelf een goede tolk kunnen zijn?

“Dat vraag ik me echt oprecht af. Mijn dilemma daarbij is dat ik me afvraag of ik volledig in dienst zou kunnen staan van iemand anders, zonder zelf heel erg zichtbaar te zijn”.

Ben je graag zichtbaar?

“(Lachend) Ja. Ik vind het prettig om invloed te hebben. Daarbij hoef ik niet altijd de leiding te hebben. Dat betekent dat ik vaak op de voorgrond acteer. Tolken zou dan misschien wel een tegennatuurlijke beweging zijn voor mijzelf. En de vraag is ook direct of ik dan wel in mijn kracht zou kunnen staan. Dat heeft natuurlijk ook te maken met hoe ik me ontwikkeld heb. In bijna alles wat ik doe in mijn werk sta ik op de voorgrond en ben ik zichtbaar. Als coach ben ik wel veel meer in dienst van de klant. Dat zou misschien een parallel kunnen zijn met het vak van een tolk. Voor een deel is dat persoonlijkheid, maar voor een deel is dat ook de richting die ik gekozen heb om me in te ontwikkelen”.

Hoe zou je jouw manier van trainen omschrijven?

“Interactief. Doen wat er nodig is binnen het raamwerk van de vraag. Er is altijd een groter kader waarin de training past. Bij tolken speelt het grotere kader mee van eigenaar worden van hun eigen leerproces. Als je in staat bent om dat te doen, dan neem je verantwoordelijkheid voor waar je goed in bent, in je functie”.

“Doen wat er nodig is’ zeg je. Wat is er nodig bij tolken?

“Het eerste dat in mij opkomt is bewustwording. Bewust worden van de kracht die jullie hebben in je vak. De invloed die jullie hebben is m.i. veel groter dan tolken zich realiseren, denk ik. De vraag is of tolken dat met mij eens zijn natuurlijk. Tijdens een van de nascholingsbijeenkomsten zei een tolk, in haar uitleg over een tolksituatie: “dit is een hele lastige klant, die behandelt mij niet met respect”. In die uitspraak zit informatie over zowel de klant als de tolk. De eerste vraag die een tolk zichzelf zou kunnen stellen is: “wat maakt dat deze klant mij zo kan irriteren?” Als een klant vanuit zijn of haar persoonlijkheid heel directief reageert, kan dat een trigger zijn voor een tolk om zich te irriteren. Wellicht ligt daar een behoefte onder om gezien te worden. Ik kan zelf bijvoorbeeld bijzonder slecht tegen het woordje ‘moet’. Als iemand tegen mij zegt dat ik iets moet, ben ik minder snel gemotiveerd om dat ook te gaan doen. Als iemand daarentegen zegt: ik zou het prettig vinden als je dit en dit… dan wil ik best meebewegen”.

Stel dat een tolk zich meer bewust is van de manier waarop hij of zij getriggerd kan worden, wat is daarvan dan het effect?

“Als iets je raakt, of irriteert, kan dat iets zeggen over je behoeften. Als je weet waar jij als mens behoefte aan hebt, ben je je meer bewust wat het gedrag van een ander bij je op kan roepen. Het gedrag van een ander doet iets met je. Ook jouw gedrag doet iets met de ander. Als je een persoon op een bepaalde manier benadert, dan krijg je bepaald gedrag terug. Je eigen gedrag beïnvloedt dus het gedrag van een ander. Zo kun je op een bewuste manier gedrag inzetten om een situatie positief te beïnvloeden. Hoe meer kennis en ervaring je opdoet in de interactie, hoe effectiever jij vanuit jouw persoonlijkheid en met jouw talenten in kunt zetten wat nodig is; juist om de ander te ondersteunen en te helpen. Je waarde als tolk neemt daarin alleen maar toe. En daar proef ik ook de passie die jullie hebben voor je vak. Natuurlijk is er altijd het dilemma: “wat is daarin van mij en wat niet”. Tolken kunnen daar denk ik te afwachtend in zijn. Ik denk dat daar winst te boeken is. Als jij je gedrag situationeel in kunt zetten, kun je invloed uitoefenen (zonder op de voorgrond te treden) waardoor je je klant beter van dienst kunt zijn.”

Dus je kunt groeien in interactiedeskundigheid?

“Zeker! Dat heeft te maken met het niveau van reflectie, ook op jezelf. Je kunt een ander niet verder brengen dan dat je zelf bent. Je kunt een ander niet aanvoelen als je het niet herkent. Differentiatie op basis van persoonlijkheid en talent zit daarin verweven. Dat is voor tolken waarschijnlijk de reden waarom de een wel het journaal tolkt en de ander niet, waarom de tolk die in de GGZ als een vis in het water is, niet op haar plek is om congressen te tolken, bijvoorbeeld. Dat geldt natuurlijk ook voor mijn vak. Als je bedrevener wordt in het aanvoelen en waarnemen van jezelf en de ander, op een systematische, methodische manier, dan krijgen de mensen met wie je werkt het beste van jou en vice versa!”

Tenslotte: jouw bedrijfsnaam is ‘Evenwicht’, met als ondertitel ‘van inzicht naar evenwicht’. Ben jij zelf in evenwicht?

“Ik ben voortdurend in beweging om dat evenwicht te bewaken en te borgen. Mijn eerste gedrag is: op het scherpst van de snede acteren. Daar acteer ik het best. Voor mij is ‘in evenwicht zijn’ dus niet zozeer een staat van ‘zijn’, maar een voortdurende beweging. Het beeld dat ik daarbij heb is dat van een koorddanser. Een koorddanser zet elke keer, heel zorgvuldig en weloverwogen, de volgende stap. Als de koorddanser naast dat koord stapt, is ‘ie weg”.

Hoe hoog hangt het koord?

“Soms heel hoog! Bij nieuwe dingen vooral; dan hangt het koord heel hoog. Daar zit dan ook mijn uitdaging en m’n leerbehoefte: ik wil graag nieuwe dingen ontdekken. In die zin past de uitspraak van Pippi Langkous wel bij me: “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan”. Dat denk ik dan niet vanuit overtuiging, maar met samengeknepen billen. Er staat vaak een vraagteken achter”.

Met dit beeld waarin we omhoogkijken naar een koorddansende Pippi Langkous met roodharige vlechten, sproeten en een eigenwijze blik, sluiten we af. Dank!

Lianne Nap

In the Mirror