Over voeden, voorkauwen en oplepelen

Dennis Hoogeveen (31 jaar, doof) en Yvonne Jobse (44 jaar, horend) vertellen over hun samenwerking tijdens tolkopdrachten.

schedule 9 juni 2020
create Lianne Nap

In plaats van op een terrasje, in de zon, zitten we nu alle drie in een camera te kijken. Het is net na lunchtijd en Dennis stuurt mij nog een appje voordat hij online komt: “Ik kom er zo aan! Ff m’n laatste happen boterham wegwerken :-)” Sámen lunchen zou wel gezellig geweest zijn op dat terrasje. Jezelf kauwend laten beschouwen via een beeldscherm voelt toch minder appetijtelijk.

Dennis Hoogeveen (31 jaar, doof, zelfstandige ondernemer, Dove tolk en vertaler, activist, woont in Groningen en houdt van koken) en Yvonne Jobse (44 jaar, horend, tolkt in verschillende talencombinaties waaronder Nederlandse Gebarentaal, Nederlands en Engels en woont in Utrecht) vertellen in een online interview over hun samenwerking tijdens tolkopdrachten.

Onlangs raakte ik na een tolkopdracht met Yvonne aan de praat over het werkwoord ‘voeden’. De context was geen virtuele lunch. Het gesprek ging niet over eten. We hadden het over de samenwerking tussen een horende en een Dove tolk. Ik vroeg me af welke woorden gebruikt worden om de rolverdeling in die samenwerking aan te geven. Hebben we het in het Nederlands over ‘voeden’ (‘to be someones feed’ in het Engels), of zijn er andere gangbare begrippen?

Yvonne en ik volgden een aantal jaren geleden de 2.0 versie van EUMASLI. Zij schreef als afronding van deze universitaire studie voor tolken gebarentaal haar scriptie over de samenwerking in teams van horende en Dove tolken. Yvonne koos dit onderwerp, omdat ze wilde bijdragen aan theoretische onderbouwing voor iets dat haar na aan het hart ligt: samenwerken met een Dove tolk. Toen ik haar vroeg of ik haar mocht interviewen voor een blog, antwoordde ze: ‘Zullen we daar dan een duo-interview van maken, samen met Dennis?’

Al meer dan tien jaar werken Yvonne en Dennis geregeld samen. “We doen dan geen saaie opdrachten natuurlijk” voegt Dennis lachend toe. Hij doelt daarmee op de dynamiek die de samenwerking tussen een horende en een Dove tolk met zich mee brengt. Die dynamiek maakt ook opdrachten die ‘simpel lijken’, boeiend. Voorbeelden die hij noemt zijn live uitzendingen van Koningsdag 2018 en de dodenherdenking van 4 mei 2020. (Beide uitzendingen zijn helaas niet meer terug te kijken.)

Ik vraag of zij nu, in deze Coronatijd, ook samenwerken. Dennis legt uit dat hij de video’s van de Europese Commissie vertaalt. Hij krijgt de filmpjes toegestuurd, en daarnaast ook een volledig transcript van de filmpjes. Om de teksten op een goede, natuurlijke manier te kunnen vertalen naar International Sign, schakelt Dennis Yvonne in. Yvonne tolkt de filmpjes naar NGT. De opnames maakt ze met Photobooth. Ze zorgt daarbij dat haar gebaren synchroon lopen met de video. Ze heeft in haar vertaling extra aandacht voor de intonatie van de sprekers en voor beklemtoonde lettergrepen. De output van Yvonne, die ze naar Dennis stuurt via WeTransfer, is Dennis’ input. Hij kan, nadat hij het script gelezen heeft en de originele filmpjes heeft bekeken, de NGT-vertaling gebruiken om de vertaling in International Sign te maken.

Dennis houdt in onze online meeting een spiegel in beeld. Het is een soort spiegel die ik nog nooit gezien heb. Deze spiegel blijkt een essentieel hulpmiddel!

Het is me inmiddels duidelijk dat de technische kant van het werk van een Dove tolk vraagt om technische vaardigheden. Dennis vertelt over een tolkopdracht in het Europees Parlement, bij de parlementsverkiezingen. De ruimte waar hij tolkte was een kleine, donkere kamer in het parlementsgebouw. Yvonne was daardoor niet goed zichtbaar en omdat Dennis ook met live ondertiteling als bron – als input voor zijn werk- kon tolken, was Yvonnes deel vooral het aangeven van de intonatie en pauzes. “De uitzending werd 2 seconden vertraagd uitgezonden, maar mijn vertaling en de ondertiteling werden normaal uitgezonden, waardoor wat ik tolkte, bijna niet achterliep op het gesprek”. Naast techniek, speelt timing dus ook een belangrijke rol.

Wat maakt dat jullie een goed team zijn? vraag ik. Dennis geeft aan dat die vraag hen vaak gesteld wordt. Hij begint zijn antwoord met uitleggen dat het taalaanbod dat Yvonne hem kan geven, heel rijk is. “Ze kan er elementen uit NGT, BSL, International Sign, NmG, en SSE (Signing Exact English) in verwerken. Daardoor heb ik de mogelijkheid om te kiezen welke elementen ik gebruik om om te zetten naar International Sign. Ik kan ook de gelaagdheid van de informatie waarvan Yvonne mij voorziet, benutten om mijn output net zo rijk en gelaagd te maken als de bron.”

Ik vind het een prachtig antwoord, merk ik, omdat ik stil val. Ik laat het antwoord op me in werken. Zijn antwoord gaat over de kracht van vertaalkeuzes kunnen maken als je tolkt. Zelf kunnen kiezen uit welke elementen je een concept opbouwt. Maar ook over nuances in communicatie en over de rijkdom van taal. Waar je in BSL wél een gebaar voor hebt, heb je dat in NGT soms niet. En andersom. Soms bestaat er wel een equivalent in NGT, maar is het makkelijker om een concept dat bijvoorbeeld heel specifiek is voor de Britse context, in BSL weer te geven. Omdat we alle drie aanvoelen dat het antwoord van Dennis een groot compliment is voor Yvonne, kies ik voor een kwinkslag. “Aha! Dat betekent dat het werk van een Dove tolk eigenlijk heel gemakkelijk is” zeg ik. “Je laat de horende tolk een hele winkel aan informatie aan jou doorgeven en jij kiest uit waar je behoefte aan hebt?! Yvonne maar zweten en jij loopt langs de schappen en pakt er zo nu en dan iets uit?” Ik ga ervan uit dat Dennis begrijpt dat het beeld dat ik schets níet het beeld is van hoe ik de samenwerking zie, tussen een Dove en een horende tolk. Ik probeer op een impliciete manier aan te geven dat samenwerking om veel méér draait dan taal. De manier waarop Dennis me aankijkt, lees ik als: “tja, hoe moet ik het anders uitleggen??”

Samenwerken. ‘In onderling overleg werken’ schrijft Van Dale. Samen. Gelijkwaardig. “Je moet elkaar aanvoelen, vertrouwen” gebaart Dennis. Ik vraag hen wat dat dan inhoudt, vertrouwen. Voor Dennis betekent vertrouwen gezamenlijkheid. “Niet dat de een meer informatie krijgt dan de ander, in de voorbereidende fase, bijvoorbeeld. Maar ook het vertrouwen dat de horende tolk mij ruimte geeft, mij naar voren schuift en zich ondersteunend opstelt.” Dennis schreef onlangs een artikel in de Woord & Gebaar (nummer 02-2020) over culturele toe-eigening (cultural appropriation in het Engels). Hij legt in zijn betoog kort uit dat een tolk een ‘ally’ zou moeten zijn; een bondgenoot van de Doven.

Ik probeer me er een goed beeld van te vormen en stel een vrij directe vraag: “Verwacht jij dan van Yvonne dat ze zichzelf steeds op de achtergrond houdt? Ze heeft niet bepaald het karakter van een muurbloempje, toch?” Terwijl we het met elkaar hebben over vertrouwen, op afstand, besef ik dat er in dit gesprek vertrouwen is. Alleen met het gevoel dat er onderling vertrouwen is, durf ik deze vraag te stellen. Yvonne gebaart lachend: “Ik wil veel minder graag op de voorgrond zijn dan soms lijkt. Tijdens het tolken vind ik gezien worden geen probleem, maar voor een grote groep of een camera zélf iets persoonlijks vertellen, dat is best wel buiten m’n comfortzone.”

Terwijl ik deze blog schrijf, boeit het me opnieuw: twee mensen met ieder een stevig karakter, werken geweldig goed samen. Ze geven elkaar ruimte zonder in die ruimte voortdurend tegen elkaar op te botsen. Ze hebben het over gelijkwaardigheid en vertrouwen. Toch lijkt het erop dat in dit bondgenootschap de horende tolk moet kunnen aanvoelen wanneer zij letterlijk of figuurlijk ‘in de coulissen’ moet gaan staan. De Dove tolk is dege-ne die zichtbaar is, die het podium heeft. Het faciliteren van die zichtbaarheid, vraagt misschien wel juíst om een stevig karakter. Om te weten waar je grenzen liggen. Zodat je op tijd ruimte in kunt nemen, maar ook weer op tijd de ruimte kunt verlaten.

“We begrijpen elkaars gedachtewereld” gebaart Yvonne. Ze maakt visueel dat er tussen de breinen van haarzelf en Dennis ‘iets’ gebeurt dat niet tijd- en plaatsgebonden is. Dennis vult aan: “We hebben dezelfde interesses, maar ook dezelfde visie op ons vak. We volgen dezelfde actuele ontwikkelingen tijdens conferenties, nascholingen, lezingen en in artikelen. We zijn bereid om onszelf te blijven ontwikkelen.” "Dat we elkaar privé ook zien, helpt wel denk ik" vult Yvonne aan. Dennis knikt instemmend.

In het boek van Dean & Pollard (2013), een van de bouwstenen van het Ethisch Drieluik (nascholingen voor tolken), halen zij Claude Namy aan. Deze gesproken taaltolk zegt dat tolken niet alleen gaat over het overbrengen van taal, maar ook van het bouwen van een betekenisvolle brug van de ene gedachtewereld naar de andere. Terwijl we het gesprek voortzetten, vullen Dennis en Yvonne elkaar aan over de vraag wát die gezamenlijke gedachtewereld is. Humor heeft daar een plek, maar ook hun gemeenschappelijke talen (BSL, Engels, NGT, Nederlands, International Sign) en dis-cussies die ze voeren over hun vakmanschap en visie. “Succeservaringen geven de energie om onszelf steeds te blijven ontwikkelen” geeft Dennis aan. “En er moet plaats zijn voor rust en flexibiliteit.”

Ik vraag me af of ik het zou kunnen, jarenlang intensief samenwerken met één zelfde collega. “Zijn jullie elkaar nooit zat?” vraag ik. Tot mijn geruststelling wordt er aan de andere kant van het scherm ja geknikt. Vertrouwen betekent in dit team ook dat je mag uitspreken dat je eigen ruimte nodig hebt!

Nog even terug naar de input die de horende tolk geeft. Welk woord gebruiken jullie daarvoor? Yvonne legt uit dat Debra Russel (Honorary President of World Association of Sign Language interpreters) en Chris Stone (President, WASLI) het altijd hebben over co-interpreting’. Samen tolken. Russel en Stone hebben samen onderzoek gedaan naar de samenwerking tussen Dove en horende tolken.

Stone, C., & Russel, D. (2013). Interpreting in International Sign: Decisions of Deaf and non-Deaf Interpreters. In B. Costello, R. Shaw, & M. Thumann (Eds.), Proceedings of the Conference of the World Association of Sign Language Interpreters, Durban, South Africa, July 14-16, 2011 (Vol. 3). Collingwood, Australia: WASLI.
Stone, C., & Russel, D. (2014). Conference Interpreting and Interpreting Teams. In R. Adam, C. Stone, S. D. Collins, & M. Metzger (Eds.), Deaf Interpreters at Work. International Insights (pp. 140 - 156). Washington, D.C.: Gallaudet University Press.

“In principe werkt het ook zo als een tolk NGT via een oortje input krijgt vanuit het Chinees naar gesproken Engels, bijvoorbeeld. Dan zeg je ook niet dat je ‘gevoed wordt’ door een tolk Chinees-Engels.” Yvonne vult aan dat ze in haar scriptie (geschreven in het Engels) wel het woord ‘feeden’ gebruikt heeft. “Daar ben ik inmiddels op teruggekomen. Op dat moment in de tijd was dat de term die gebruikt werd, maar inmiddels dekt dat voor mij de lading niet meer.” “Voor mij lijkt het dan net alsof ik iets opeet wat een ander in mijn mond stopt” zegt Dennis. Hij trekt er een afkeurend gezicht bij. “Het lijkt dan net alsof de horende tolk het hardst werkt. Feeden’ doet het werk van de Dove tolk geen recht. Het is niet zo dat ik alles voorgekauwd krijg.”

Yvonne vertelt: "Dat die metafoor van het eten niet lekker ligt bij velen van ons blijkt wel uit het feit dat er vaak wat lacherig over wordt gedaan. Zo was er een workshop tijdens een efsli-congres over teamtolken. De titel van de workshop was ‘how would you like to be fed?’, waarbij de deelnemers een lijstje met tips kregen met daaraan vastgeknoopt een plastic lepel.

Al een aantal jaren wordt er nagedacht over de manier waarop dove studenten de tolkopleiding aan de HU kunnen volgen. Ook al is de toegankelijkheid nog niet in orde, Dennis start in september 2020. “De vakken van de eerste twee jaar hebben geen aanpassing nodig, dus dan hebben ze nog twee jaar om de boel aan te pakken voor als ik in studiejaar drie ben aangeland.”

Tot slot vraag ik Dennis welke kennis en vaardigheden hij andere Dove tolken gunt. Waar hij ze in zou willen opleiden. “In de afwegingen die je moet maken om te besluiten om een opdracht wel of niet aan te nemen. Hoe je daarbij je eigen zelfvertrouwen, grenzen en mogelijkheden tot samenwerking moet laten meespelen.”

Ik werd er enthousiast van, van dit interview. Enthousiast, omdat ik zelf nieuwe dingen geleerd heb, maar ook omdat ik mogelijkheden zie. Wat zou het gaaf zijn om de Dove tolken die nu al op veel plekken aan het werk zijn, te kunnen ondersteunen in reflecteren. Juist in complexe werksituaties is reflectie essentieel. De spiegel die ik nog niet eerder gezien had, is daar een mooie metafoor voor. Nieuwe omstandigheden zijn lerend, inspirerend en nodigen uit tot reflectie.

Lianne Nap

In the Mirror